Het wekelijkse Vragenuur is terug, fracties mogen weer fysiek vergaderen en vanaf deze week is er ook weer ruimte voor meer niet-coronadebatten in de plenaire zaal. Nu de samenleving voorzichtig weer opengaat, keert ook de Tweede Kamer langzaam terug in het oude ritme. Maar het ‘nieuwe normaal’ in de Kamer is nog behoorlijk anders dan voor de coronacrisis. Zo blijven medewerkers zo veel mogelijk vanuit huis werken en kan publiek op z’n vroegst in het najaar pas weer worden toegelaten.
Kamervoorzitter Khadija Arib was de afgelopen weken nog wel veel aan het werk in de Kamer. „Ik had het gevoel: ik moet er gewoon zijn”, vertelt ze in haar werkkamer. Ze wilde als voorzitter zichtbaar zijn voor de beveiligers en schoonmakers die ook gewoon moesten doorwerken.
Dat er de laatste weken zo weinig mensen in het gebouw waren, was „bizar” om mee te maken, zegt Arib. „Het gebouw is altijd vol scholieren, er gebeurt van alles. Nu voelde je echt de stilte.”
Goede voorbeeld geven
De afgelopen weken klonk soms kritiek dat het aantal fysieke vergaderingen wel erg sterk was beperkt. Er was in principe één plenair debat over corona, en een aantal commissievergaderingen. Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans riep de Kamer in het belang van de democratie in NRC op een einde te maken aan deze „uitzonderingstoestand”.
Arib erkent dat het aantal debatten minimaal was, maar spreekt tegen dat de Tweede Kamer op slot is gegaan. Een paar weken niet vergaderen, zoals de Eerste Kamer deed, was voor haar „ondenkbaar”. Dat de Tweede Kamer probeerde het aantal mensen in het gebouw tot een minimum te beperken vindt ze logisch. „We wilden ons aan de richtlijnen houden, je wil niet dat mensen besmet raken. En ja, we wilden het goede voorbeeld geven.”
Vanaf deze dinsdag mogen de Kamerfracties hun wekelijkse fractievergadering weer op het Binnenhof houden. Volgens Arib was daar veel behoefte aan. Omdat veel fractiekamers niet groot genoeg zijn om voldoende afstand te houden, is geïnventariseerd welke ruimten voor welke partijen geschikt zijn.
Zo zullen commissiezalen als de Troelstrazaal en de Oude Zaal worden gebruikt, en kan de VVD-fractiekamer in gebruik genomen worden door kleinere fracties. Fracties mogen naast hun Kamerleden maximaal drie medewerkers toelaten. Voor de VVD zelf, met 32 zetels, is een creatieve oplossing gevonden: de kelder van de Ridderzaal is groot genoeg.
Maar de VVD maakt van dat aanbod voorlopig geen gebruik. De liberalen hebben „heel goede ervaringen” met digitaal vergaderen, vertelt de woordvoerder van fractievoorzitter Klaas Dijkhoff. Dijkhoff vond het ook problematisch dat maar maximaal drie medewerkers kunnen meevergaderen in de Ridderzaal. „Dus voorlopig liever digitaal met de hele club dan fysiek met de halve club”, zegt zijn woordvoerder.
Kamervoorzitter Arib heeft het Vragenuur de afgelopen weken het meest gemist. „Politiek is langetermijnbeleid, maar ook actuele kwesties die in het weekend opspelen.” Arib is van plan vooral niet-coronagerelateerde onderwerpen aan bod te laten komen.
Dat de Kamerleden gretig zijn, bleek maandag uit de 26 vragen die voor het Vragenuur van dinsdag werden aangemeld. Daarvan mogen er dinsdag vier worden gesteld, onder meer over asielzoekers en de Belastingdienst. Kamerleden kunnen vanaf dinsdag ook weer plenaire debatten aanvragen bij de regeling van werkzaamheden, die voorlopig alleen op dinsdag is.
Arib hoopt dat de coronacrisis de door haar al langer gewenste cultuurverandering in het parlement versnelt. De Kamervoorzitter hamert er al jaren op dat de lijst van nog te houden debatten te lang wordt. Nu de ruimte op de agenda door de coronacrisis beperkt blijft, hoopt Arib op een disciplinerend effect. „Is iets zo belangrijk om bij de regeling een apart debat aan te vragen of kan het prima op een ander moment aan de orde worden gesteld?” Qua debatten lijkt de Kamer terughoudend. Voor de regeling van dinsdag staat alleen een verzoek van Forum-leider Thierry Baudet voor een debat over het klimaatbeleid.
De voorzitter hoopt dat ook na deze crisis „de instrumenten van de Kamer worden ingezet op momenten dat ze er echt toe doen”. Arib heeft op basis van de afgelopen weken goede hoop. Ondanks dat het kabinet sinds ex-VVD’er Van Haga een eenmansfractie begon geen meerderheid meer heeft en de stemmen tussen coalitie en oppositie nu regelmatig staken op 75 tegen 75, vroeg nog niemand om een hoofdelijke stemming over een motie.
Als dat de komende weken toch gebeurt kan de Kamer het organiseren, zegt Arib. De Kamerleden zullen dan in drie groepen van vijftig om beurten in de zaal komen om te stemmen. „Dat gaat heel veel tijd kosten. Als het echt te lang duurt, kunnen we een deel ook op de publieke tribune laten stemmen.”