Oud-bewoners van kamp Wyldemerk graven mee naar resten uit hun eigen historie: archeologen vinden het fascinerend

Opwinding als een steen uit de fundering van een woonbarak wordt gevonden. Video | Arodi Buitenwerf

Oud-bewoners groeven zondag bij Harich naar resten van het oude barakkenkamp Wyldemerk. Iedere vondst rakelde bij hen herinneringen op. Archeologen vonden het een fascinerende ervaring.

Lees meer over
Leeuwarden

,,Hier begon de muur van de moskee, daar stond de minaret en verderop woonden wij’’, zegt Arsad Hatoeina tussen de bomen. In de uitgegraven proefsleuf voor hem steekt een stuk beton uit de grond. De plek van de minaret is te herkennen aan geel zand.

‘Verstoppen op de heide’

Hatoeina woonde hier zo’n dertien jaar. Zijn familie behoorde tot de Molukkers met een moslimachtergrond die hier in de jaren vijftig neerstreken. Thuis was het streng, weet hij nog, maar buitenshuis konden kinderen veel lol beleven: ,,Hier knikkerden we vroeger en op de heide speelden we oorlogje. Och, je kon je hier zo goed verstoppen.’’

Kamp Wyldemerk is in de oorlog aangelegd als werkverschaffingskamp, later kreeg het andere functies en uiteindelijk streken er gezinnen uit het voormalige Nederlands-Indië neer. Vanaf 1954 dienden de barakken vooral als onderdak voor islamitische Molukkers. Zij kregen in 1956 een moskee met minaret. In 1969 raakte het kamp verlaten : de meeste bewoners kregen onderdak in Ridderkerk of Waalwijk.

Hatoeina woont nog altijd in Ridderkerk, maar andere oud-bewoners wonen nog in Friesland. ,,Ik kom uit een christelijk gezin’’, zegt Arthur uit Leeuwarden. ,,Wij woonden hier al in 1952.’’ Hij ging naar de christelijke school in het dorp, terwijl de meeste kinderen naar de openbare school gingen.

Bittere kou

Hij herinnert zich de barak waarin hij woonde nog. ,,Wij hadden stromend water en een wc.’’ Dat was luxer dan bij veel plattelandsmensen uit de omgeving, weet hij nog. Die hadden nog een húske. Opgroeien in dit bos was soms leuk, maar de Molukkers beleefden hier ook veel verdriet. Die pijn keert in hun herinneringen ook vaak terug.

Het krioelt van de mensen in het bos. Sommigen graven mee, anderen kijken toe. Het is al de tweede archeologische bijeenkomst. De vrijwilligers zijn niet alleen oud-bewoners, maar ook omwonenden. Joke Venekamp van het Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân haalt de ene na de andere baksteen naar boven.

Overal worden herinneringen uitgewisseld. Die maken het ,,in landelijk perspectief tot een waanzinnig uniek project’’, zegt archeoloog Jobbe Wijnen, die de organisatie met Marjolijn Kok in handen heeft. De vondst van een simpele knikker is voor sommigen al iets waardevols. Een stukje glas laat oud-bewoners de bittere kou in de winters herbeleven.

Herinneringen zijn verrijking

Het project is te danken aan grondeigenaar Staatsbosbeheer (SBB), dat de cultuurhistorische waarde ervan inzag. Allerlei organisaties leverden hulp. Hoogleraar archeologie Daan Ramaekers uit Groningen komt hier vooral ,,om te luisteren en te kijken’’, zegt hij, want zo’n project komt zelden voor. Studenten van zijn universiteit helpen mee.

Voor hen is dit leerzaam, want het wijkt sterk af van normale opgravingen. Meestal doen zij volgens hun eigen protocollen onderzoek naar een ver verleden, maar op Wyldemerk spelen juist herinneringen een bepalende rol. ,,Het is een grote perspectiefwisseling: het gaat hier om gesprek en uitwisseling’’, zegt Jos Bazelmans van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Sporen zijn hier niet de bron, ,,maar een middel om verhalen te blijven vertellen’’.

Het Moluks Historisch Museum maakte zondag opnamen om zoveel mogelijk bewonersverhalen te bewaren. Waar het project verder toe zal leiden, moet nog met SBB worden besproken, zegt Wijnen. Veel oud-bewoners en omwonenden zouden blij zijn als de locaties van de gebouwen straks beter worden gemarkeerd voor wandelaars. De kleurrijke woongeschiedenis van deze plek moet beleefbaar worden in dit wilde bos.