Terug naar Actueel

Wat is de Wtza?

Zorgboeren die werken onder de Jeugdwet, de Wet langdurige zorg (Wlz) en/of de Zorgverzekeringswet (Zvw), krijgen vanaf 1 januari 2022 te maken met de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Deze wet geldt voor alle zorgverleners  in de Jeugdzorg, de Wlz en de Zvw (inclusief onderaannemers, PGB-aanbieders en ZZPers). Alleen zorgboeren die uitsluitend zorg bieden van uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vallen buiten deze wet.

In deze animatie wordt de Wtza in het kort uitgelegd: https://www.youtube.com/watch?v=Yyv-H102DZc

Op verzoek en op basis van een opzet van de Federatie Landbouw en Zorg heeft het ministerie van VWS een stroomschema ontwikkeld waarmee zorgboeren via een stroomschema kunnen zien welke elementen uit de Wtza op hen van toepassing zijn en wat er van hen wordt verwacht. Dit stroomschema vind je hier.

Wat regelt de Wtza?

De Wtza regelt 3 dingen:

  1. De meldplicht
  2. De vergunningsplicht en intern toezicht
  3. De jaarverantwoording

Hieronder lees je meer over deze 3 verplichtingen.

Meldplicht

De meldplicht geldt voor bestaande en nieuwe zorgboeren die jeugdhulp/ jeugdzorg bieden en zorgboeren die zorg bieden vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). De meldplicht houdt in dat alle zorgverleners zich moeten registreren in het Landelijk Register Zorgaanbieders (LRZa). Doordat alle zorgaanbieders zich moeten melden, kunnen nieuwe zorgaanbieders beter geïnformeerd worden over de kwaliteitseisen waaraan ze moeten voldoen (zie ook kwaliteitscheck) en heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een beter overzicht van alle zorgverleners, waardoor ze het toezicht beter kunnen organiseren.

De Wtza geldt niet voor de Wmo-zorg, zorgboeren die alleen Wmo-zorg leveren hoeven zich dus niet te melden. Ook zorgaanbieders die al in het LRZa staan hoeven zich niet opnieuw te melden. Hier kun je opzoeken of je in het LRZa staat.

Een vergunningsplicht en een plicht tot het inrichten van intern toezicht

De vergunningsplicht en de plicht om intern toezicht in te richten, geldt voor zorgboeren die zorg bieden vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en/of de Zorgverzekeringswet (Zvw) en dit doen met meer dan 10 individuele zorgverleners (personen)  ongeacht het aantal uren dat zij zorg bieden. Het gaat hierbij om alle personen die beroepsmatig zorg bieden aan de deelnemers, dus ook ZZP-ers en onderaannemers tellen mee. Ondersteunend personeel dat géén zorg levert, telt niet mee voor het aantal van 10. Hierbij kun je denken aan administratieve medewerkers, boekhouders, vrijwilligers of stagiaires.

Let op! Het gaat alleen om zorgverleners die zorg vanuit de Wlz of de Zvw leveren. Zorgverleners die uitsluitend Jeugdzorg of Wmo-zorg bieden tellen dus niet mee.

Zorgboeren die volledig in onderaanneming werken van een hoofdaanbieder (bijvoorbeeld een regionale inkooporganisatie) die zelf ook zorg verleent, zijn vrijgesteld van de verplichting tot vergunning en intern toezicht. Belangrijk hierbij is dat deze uitzondering alleen geldt als je alle zorg via de hoofdaanbieder levert! Heb je bijvoorbeeld naast de zorg die je via de inkooporganisatie levert ook 1 deelnemer die vanuit een PGB wordt betaald, dan ben je niet volledig in onderaanneming en heb je dus te maken met de vergunningplicht en moet je zelf een vergunning aanvragen en intern toezicht regelen als je meer dan 10 zorgverleners hebt.

Vergunningsplicht bij meer dan 10 zorgverleners

Via de site van het CIBG kun je de vergunning aanvragen. Voor bestaande zorgboeren geldt er een overgangsperiode voor het aanvragen van de vergunning tot 1-1-2024. Bij het aanvragen van de vergunning wordt getoetst of je aan een aantal eisen voldoet. Enkele voorbeelden van deze eisen zijn het hebben van een interne toezichthouder (zie verderop in de tekst), kwaliteitseisen uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), een werkend proces van kwaliteitsverbetering, een procedure voor het melden van incidenten, eisen aan financiële bedrijfsvoering en het hebben van een cliëntenraad. Met uitzondering van de eisen aan financiële bedrijfsvoering, worden deze onderwerpen ook getoetst in het keurmerk ‘Kwaliteit laat je zien’, dus als je die hebt zul je gemakkelijk aan de eisen kunnen voldoen.

Had je in 2021 al een Wtzi-erkenning, dan kan het zijn dat deze automatisch is omgezet naar een Wtza-vergunning. Hierover heb je in september 2021 een brief van het CIBG ontvangen.

Hier vind je meer informatie over hoe het aanvragen van een vergunning werkt en via de groene knop start je de vergunningsaanvraag.

Intern toezicht

Een interne toezichthouder geeft de dagelijkse of algemene leiding advies en is een belangrijke spiegel. Goed en effectief intern toezicht kan daarmee de kwaliteit en de doelmatigheid van zorg verbeteren. Het intern toezicht vanuit de Wtza is wat anders dan een Raad van Toezicht en kent ook minder bevoegdheden. Het is wel mogelijk dat een Raad van Toezicht optreed als intern toezichthouder wanneer deze voldoet aan de eisen uit de Wtza.

Het interne toezicht moet bestaan uit minimaal 3 personen en deze personen werken zowel in het belang van de zorgaanbieder, het maatschappelijk belang als in het belang van de betrokken belanghebbenden.

Het toezicht kent een aantal formele eisen om de onafhankelijkheid van de interne toezichthouders te borgen:

  • Een interne toezichthouder mag geen deel uitmaken van de dagelijkse of algemene leiding van de zorgboerderij;
  • Het interne toezicht is zo ingericht dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de zorgboerderij en welk ander (deel)belang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren;
  • De zorgboerderij moet op een inzichtelijke manier vastleggen hoe de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de interne toezichthouder en de dagelijkse of algemene leiding is geregeld en dat geldt ook voor de manier waarop interne conflicten tussen de interne toezichthouder en de dagelijkse of algemene leiding worden geregeld.

Bestaande zorgboeren krijgen tot 1-1-2024 de tijd om het interne toezicht te regelen.

Zorgboeren kunnen voor het inrichten van hun intern toezicht gebruik maken van het begeleidingsprogramma van de NVTZ, meer hierover lees je in dit artikel.

(financiële) Jaarverantwoording

De jaarverantwoording geldt voor zorgboeren die zorg bieden vanuit de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet. Ook wanneer deze volledig in onderaanneming werken! Een jaarverantwoording houdt in, dat je elk jaar financiële en aanvullende gegevens aanlevert aan de overheid, die vervolgens voor een deel openbaar gemaakt worden. Het gaat om een maatschappelijke verantwoording van collectieve middelen.

Het eerste jaar waarover volgens de nieuwe regeling jaarverantwoording moet worden afgelegd, is het jaar 2022. Dat betekent dat je deze nieuwe jaarverantwoording pas in 2023 moet invullen.

De jaarverantwoording binnen de jeugdwet die er al was blijft bestaan en verandert niet. Deze jaarverantwoording jeugd geldt voor zorgboeren die alleen jeugdzorg leveren. Zorgboeren die beide jaarverantwoordingen (jeugd en zorg) moeten doen, kunnen vanaf verslagjaar 2022 volstaan met de jaarverantwoording voor de zorg waaraan een paar vragen m.b.t. de jeugdwet worden toegevoegd. De grootste verandering zit dus bij de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw).

De jaarverantwoording geldt niet voor ZZP-ers. Een ZZP-er is een solistisch werkende zorgverlener: één persoon die de feitelijke zorgverlening uitvoert. Rechtspersonen (bijvoorbeeld BV’s of Stichtingen) kunnen nooit een zzp’er zijn. Ook iemand die een eenmanszaak heeft en één of meerdere anderen inhuurt is geen ZZP-er meer.

In de Regeling openbare jaarverantwoording WMG kun je zien welke gegevens je bij de jaarverantwoording moet aanleveren:.

  • Rechtspersonen (zoals Stichting, BV, CV) moeten de gegevens in bijlage 1 van deze regeling aanleveren.
  • Personenvennootschappen (zoals een VOF en Mts) moeten de gegevens in bijlage 2 van deze regeling aanleveren.
  • Eenmanszaken moeten zogenaamde ratio’s aanleveren, zij hoeven geen jaarrekening aan te leveren. Meer hierover vind je in bijlage 3 van de regeling.

Belangenbehartiging

De Federatie heeft via de zogenaamde internetconsultatie gereageerd op het voorstel voor het uitvoeringsbesluit van de Wtza en de Regeling jaarverantwoording. Bij een internetconsultatie krijgen burgers de kans om te reageren op een voorstel voor nieuwe wet- en regelgeving. Dit is het moment waarop je het beleid van de overheid kunt beïnvloeden. De Federatie heeft dit gedaan en (mede) daardoor is de regelgeving uiteindelijk op een aantal belangrijke punten aangepast. In het overzicht hieronder zie je welke winst dit heeft opgeleverd:

  • In de voorgestelde regeling was het voor alle zorgaanbieders (groot en klein) verplicht om een controleverklaring van de accountant aan te leveren. Deze is voor kleine zorgaanbieders (denk in de richting van een omzet van minder dan 12 miljoen) komen te vervallen.
  • Eenmanszaken met (ingehuurd) personeel hoeven slechts beperkte financiële gegevens aan te leveren, waardoor hun privacy (bijvoorbeeld hun inkomen) beter beschermd wordt. (ZZP-ers hoeven geen jaarverantwoording te doen.)
  • In de nieuwe regeling zijn de administratieve lasten beperkt, doordat er minder gegevens opgevraagd worden dan in de bestaande jaarverantwoording voor jeugd en Wtzi-instellingen.
  • Zorgboeren die zowel jeugd als zorg leveren hoeven maar 1 keer een jaarverantwoording te doen en vallen daarmee ook onder de nieuwe (kortere) jaarverantwoording.

De Federatie heeft ook gepleit voor een vrijstelling voor de jaarverantwoording voor onderaannemers (zorgboeren die hun zorg via een inkooporganisatie leveren), helaas is dit voorstel niet overgenomen. Ook de opmerkingen met betrekking tot de interpretatie van de cijfers en het buiten beschouwing laten van de agrarische gegevens hebben helaas geen resultaat gehad. Meer hierover lees je in dit artikel (van 5 juli 2022) en dit artikel (van 23 november 2022).

Ook naar de toekomst toe blijft de Federatie de belangen van zorgboeren behartigen.